Hoofdpijn

Veel mensen hebben wel eens hoofdpijn. Bij de meeste mensen verdwijnt dit gelukkig weer snel, maar bij sommigen komt hoofdpijn elke keer terug. Iedereen ervaart deze pijn anders. Mensen kunnen pijn hebben in het hele hoofd of aan één kant, hoofdpijn kan in vlagen komen of juist langere tijd als een soort zeurende drukkende pijn aanwezig zijn. Hoofdpijn kan verschillende oorzaken hebben, vaak spelen (verkeerde) houding en beweging een rol.

Vaak wordt gedacht dat hoofdpijn ook ‘in het hoofd’ ontstaat, maar meestal is dit niet zo. Omdat de oorzaak moeilijk te achterhalen is, krijgen mensen vaak medicijnen mee naar huis. De afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar hoofdpijn en het blijkt dat deze pijn ook kan ontstaan door problemen met de kaak of met de wervels, spieren en zenuwen in de nek.

Ook door een verkeerde houding kan hoofdpijn ontstaan. Mensen zitten bijvoorbeeld met opgetrokken schouders achter de computer.

4 feiten over hoofdpijn

• Veel mensen hebben last van terugkerende hoofdpijn.
• Globaal genomen is het percentage volwassenen met hoofdpijn 47%. Hiervan is 10% migraine, 38% spanningshoofdpijn en 3% chronische hoofdpijn.
• We noemen hoofdpijn secundair als deze een gevolg is van een oorzaak van buitenaf, zoals een ontsteking, overmatig medicijngebruik, klachten van de nek of als gevolg van kaakproblemen.
• Hoofdpijn die niet door iets anders wordt veroorzaakt, noemen we primaire hoofdpijn (spanningshoofdpijn, migraine en clusterhoofdpijn).

Wat kunt u zelf doen bij hoofdpijn?

• Probeer uw (werk)houding eens te beoordelen. Kan het beter? Kunt u regelmatig afwisselen van houding? Voor advies op maat kunt u het beste een deskundige raadplegen.
• Kunt u goed zien? Als u goed kunt zien, zit u vaak meer ontspannen. Wellicht kunt u uw ogen laten onderzoeken.
• Let op factoren die de hoofdpijn uitlokken of verergeren (triggers) zoals: stress, hormonale veranderingen, vermoeidheid, te veel of te weinig slaap.
• Denk positief. Als u veel piekert of zich zorgen maakt over uw hoofdpijn, herstelt u minder snel. Het kan helpen om voldoende informatie over uw klachten te krijgen, zodat u weet waar u aan toe bent en wat u kunt verwachten.
• U kunt ook voor een éénmalig consult bij de manueel therapeut terecht. Hij of zij helpt u inschatten wat voor soort klacht u heeft, wat u kunt verwachten en welke adviezen specifiek voor u van toepassing zijn.
• Zelf goed blijven oefenen met de oefeningen die u van de manueel therapeut krijgt.